donderdag 30 oktober 2014

Creativiteit rond het IJ


Negen  mensen die elkaar niet kennen, komen bij elkaar op perron 2 van Amsterdam CS, voor de Koninklijke Wachtkamer.  Ze komen af op een verrassingswandeling met de stad als spiegel. De deelnemers krijgen de uitnodiging om over het perron en door de stationshallen te dwalen als toeschouwer van het toneelstuk dat zich daar afspeelt. Duizenden figuranten hebben zich vanmorgen speciaal gekleed en geschminkt om hun rol hier te vervullen. De toeschouwers verwonderen zich over wat zich daar afspeelt  in de stationshal. Even later staan de deelnemers  op de pont naar de NDSM-werf. Wat is er veel te zien op het water, als je echt kijkt en het boottochtje met alle zintuigen open beleeft. Een deelnemer vertelt: ‘Normaal ben ik altijd ergens naar toe op weg. Ik kijk eigenlijk nooit echt om me heen, maar ben in gedachten verzonken. Wat bijzonder, als je echt om je heen gaat kijken. Ik werd er stil van’. Negen mensen dwalen over de oude scheepswerf. De stad is hier nog puur en niet aangeharkt. Een rode hijskraan steekt mooi af tegen de hemel; twee oude trams zijn gered van de sloop en staan hier zo maar, doelloos, mooi. De groep verzamelt onderweg beelden die inspireren en ieder maakt nu en dan een foto. De grote hal van de scheepswerf biedt spannende beelden. Net als vroeger is er nu veel creativiteit. Jonge kunstenaars werken er in de ateliers op de plek waar vroeger botenbouwers enorme schepen maakten en die hier van de werf lieten rollen. Bedrijvigheid van toen weer heel anders dan bedrijvigheid van individuele creatievelingen nu. De groep wandelt verder langs het IJ en vertelt elkaar het verhaal van de beelden die ze ieder verzameld hebben. Er ontstaat een nieuw verhaal. Verhalen van ieder individueel en ook een uniek groepsverhaal. Verhalen verbinden mensen, verhalen verbinden momenten in de tijd.


Wandelcoaching vindt meestal plaats in natuurgebieden en roepen op tot rust en bezinning. Hier aan het IJ ontstaat een nieuwe vorm van wandelcoaching, waarbij juist de stad, de bedrijvigheid en de hectiek spiegel voor de  ziel worden.
 

vrijdag 24 oktober 2014

Reis van de held in Friesland


LANGS ELF STEDEN
De afgelopen week wandelde ik van Lemmer naar Sloten, prachtig stadje aan het Slotermeer. Het is ook de week dat Jeen van der Berg overlijdt, legendarisch schaatser uit Friesland. Langs het Slotermeer gaan mijn gedachten terug naar die andere held van mijn jeugd. Het begon allemaal in 1963:
Het is 18 januari 1963 en in Friesland wordt de Elfstedentocht gereden. Ik ben 11 jaar; mijn ouders hebben nog geen televisie. Bij mijn opa en oma thuis zie ik hoe heroïsch de schaatstocht  is. Ik hoor hoe schaatsers met bevroren ledematen van het ijs worden gehaald en  hoe op het lange stuk naar Franeker rijders zwalkend over het ijs gaan, dwars tegen de noordwesterstorm in. ER zijn maar weinig beelden, maar de beelden die ik zie van Bartlehiem fascineren. Vooraan rijdt een man die reuzenkrachten heeft.. Helemaal alleen rijdt hij door de besneeuwde wereld die eruit ziet als de Noordpool. Iedereen is op grote achterstand gereden. Duizenden mensen verwelkomen hem op de Wielen in Leeuwarden. Even later wordt hij gehuldigd met een grote lauwerkrans om. Ik lig wakker die nacht en stel me voor hoe het zou zijn om zo’n superheld te zijn en de meest zware elementen te trotseren. Die nacht besluit ik, dat ik ooit de Elfstedentocht zal rijden. In mijn droom win ik hem die nacht zelfs. De volgende dag oefen ik op het slootje achter ons huis en blijf dat later doen op de kunstijsbaan. Ik moet 22 jaar wachten. Op 21 februari 1985 rijd ik de Elfstedentocht. Een geweldige dag. Friesland in feeststemming en wij, rijders, gesteund door het enthousiasme. Ik doe er 13 uur over en kom tegen  negen uur in de avond aan op de Bonkevaart in Leeuwarden. Zonder de held van mijn jeugd Reinier Paping was ik daar niet bij geweest.

 


 

woensdag 15 oktober 2014

Samen werkt het


Samen werkt het

Voor een wandelcoach was het een aardige vraag die ik kort geleden uit een school kreeg. Met een team van mensen uit het speciaal onderwijs wandelde ik vervolgens een dag in een bijzonder natuurgebied. Vraag van de directie was hoe de docenten  goed in hun energie blijven gedurende het schooljaar; er was nogal wat burn-out en vermoeidheid het afgelopen jaar. Kunt u iets doen rond ‘Gezondheid en plezier in werk’ luidde letterlijk de vraag. De directie zelf had zich daar al goed op beraden en een aantal goed stappen gezet. Qua leiderschap vond ik dat ze het behoorlijk goed deden en ook naar hun eigen rol keken. Het team had ja gezegd tegen een dag in beweging. In de ochtend  werkte ik in een zaal van een boswachterijgebouw. We verkenden gedeelde en verschillende waarden, taakopvatting, verwachtingen ten opzichte van elkaar en directie. Steeds stukjes theorie van mij binnen en oefeningen al wandelend buiten. We hadden het geluk, dat het die dag zeer aangenaam herfstweer was. Al gauw bleek dat er in het dagelijks schoolleven weinig tijd was om met elkaar over andere zaken te spreken dan directe organisatorische klussen. Sommigen kwamen tijdens pauzes niet eens in de docentenkamer, omdat er ook dan veel te doen was: gesprekken met leerlingen, bellen van ouders, lessen  voorbereiden. Er kwam al veel aan de orde die ochtend: werkplezier, lastige en prettige klussen, samenwerking, gesprekken met leerlingen en met ouders en hoe je dat effectief doet.

Bronnen van inspiratie:

De wandelgesprekken rond de boswachterijgebouwen zijn intensief die ochtend. Tussen de middag is er een heerlijke biologische maaltijd met pompoensoep en hartige taarten. Beetje aardige en gezonde lunch is niet onbelangrijk. Dan gaan we op pad voor een langere middagwandeling. Ik werk met hen rond de 5 bronnen van inspiratie. Bij elke bron heb ik een werkvorm in beweging. Bij mijn voorbereiding zag ik dat we langs een beeldentuin zouden komen. Hier verkennen we vandaag de creatieve bron. Hoe kun je creatief zijn binnen je werk en hoe erbuiten? De beeldentuin biedt veel aanknopingspunten voor mooie gesprekken over creatieve werkvormen, over pianospelen, over zelf een racefiets bouwen. In een cirkel staande worden voornemens uitgewisseld. Zo lopen we langs de cognitieve bron : wat ik graag wil leren? ‘Spaans spreken’’ zegt iemand en een ander weet een goede cursus in de buurt. De emotionele bron: hoeveel tijd neem ik voor echt contact hebben met vrienden, collega’s, partner. De fysieke bron: ‘’eigenlijk’ zou ik vaker een wandeling zoals nu willen maken’ zegt een lerares en schiet in de lach, ‘laat ik het maar gaan doen’. En de spirituele bron, hoe geef ik ook met mijn werk zin aan mijn leven:  Ik kijk achterom en zie collega’s intensief in gesprek rond belangrijke levensthema’s. Het geeft mij de tijd om eens rustig na te denken hoe we de dag straks op die mooie plek op het heideveld zullen afronden.

Twee weken later belt de directeur van de school op. Of ik begin januari een vervolgdag wil doen, ook graag buiten en wandelend, want die wens had hij van zijn team veelvuldig gehoord. Ik vraag hem om dan voor een flink pak sneeuw te zorgen. Hij zegt dat toe. Begin januari wandel ik verder met die mooie groep mensen. Nu al zin en weer eens goed nadenken  over een rode draad. ‘Grenzen’ bedenk ik meteen is het belangrijkste thema in dit enthousiaste, idealistische  en behoorlijke grenzeloze team. Misschien met een bus naar de Duitse grens en dan wat grensoverschrijdende oefeningen doen. Wie weet…

 Een vergelijkbare vraag kreeg ik kort erna uit Duisburg in Duitsland en op 6 november ga ik daar met een groep op stap; mensen zijn zaaltjes met power-points behoorlijk zat, merk ik. Beweging , natuur, verrassing, frisse lucht samen met collega’s doet goed. Zo toont ook recent wetenschappelijk onderzoek van Agnes van den Berg van Universiteit Groningen aan. Is het ook nog mooi wetenschappelijk onderbouwd wat ik doe. Dat loopt nog lekkerder.

 
 
 

vrijdag 10 oktober 2014

Klaarheid

Kunst

Wat we willen
Momenten van helderheid
Of beter nog van grote klaarheid

Schaars zijn de momenten
en ook nog goed verborgen
Zoeken heeft dus nauwelijks zin
Maar vinden wel

De kunst is zo te leven
dat het je overkomt

Die klaarheid af en toe

( Martin Bril: Verzameld werk: Gedichten)


Ja, die momenten. Ze overkomen je. In mijn ervaring bijna nooit in een gebouw of in een winkelstraat. De kans is groter op het strand of op een paadje door de weilanden op een herfstochtend. Je kunt er beter niet naar op zoek gaan, die momenten, maar wel maak je de kans groter door naar buiten te gaan. Gewoon in de buurt, na je werk. Of op zaterdagmorgen vroeg op een bospad in de buurt. Leef zo, dat het je overkomt, die klaarheid af en toe.

Of je leest een gedicht en een woord raakt je, een zin. Ineens is er die helderheid. De kunst is zo te leven, dat het je overkomt, die klaarheid af en toe.

Leusden, 10 oktober 2014

Ontmoetingen met reisgenoten



 

Verhalen verbinden mensen

Verhalen verbinden momenten in de tijd

Verhalen verbinden de binnenwereld met de buitenwereld

Onderweg tussen Pamplona  en Puenta  la Reina  kom ik Duitser Manfred uit het Ruhrgebied tegen. We wandelen een stukje samen op en vertellen elkaar over onze tocht. Een dag later eten we  op een pleintje in Estella. Zijn verhaal raakt me, wat een bijzondere man. Zo gaat het steeds weer onderweg. Je deelt verhalen met anderen, mensen van over de hele wereld. Eerst een tijdje over de letterlijke weg, het onderdak van gister, het doel van vandaag, het weer van morgen.  Al gauw vertellen mensen ook  over hun  levensweg. Dan gaat het  niet meer over wat voor baan je hebt of in wat voor huis je woont. Het gaat over verdriet om naasten, over angst voor ontslag, over vreugde om een behaalde mijlpaal.  In elk verhaal zit emotie en diepgang.  Ik heb Manfred  vier dagen gezien en het heeft me verrijkt voor het leven. Hij is niet de enige die ik zo intensief ontmoet. Ik ga, net als in het echte leven, een weg van steeds weer ontmoeting en afscheid. Verhalen verbinden mensen.

Na mijn aankomst in Finistera en de thuisreis heb ik voortdurend beelden in mijn hoofd van de weg. Die beelden zijn verbonden met herinneringen aan ontmoetingen,  herbergen, kathedralen en kloosters. Door die te herbeleven,  maak ik weer contact met mensen en plekken in het verleden. Ik vertelde vandaag het verhaal over de ontmoeting met  Manfred  aan een medewandelaar op een klompenpad in de buurt en de wandeling over de dijk vanmorgen  was ineens verbonden met Pamplona . Door het verhaal maakte ik verbinding met toen. Zo kan ik ook vooruitblikken op een doel in de toekomst: mijn droom om  Assisi binnen te lopen. Met dat verhaal over de droom verbind ik een klompenpad vandaag  met de tocht naar Assisi en Franciscus, wie weet ooit. Als mensen momenten van hun levensweg in samenhang vertellen, ontstaat er een doorlopende levenslijn.  Al die punten vormen je unieke  weg. Verhalen verbinden momenten in de tijd.

Om over je tocht te kunnen verhalen, hoef je geen groot verteller te zijn. Soms zoek je moeizaam naar woorden. Wel  heb je de bereidheid nodig om contact te maken met jezelf, je verhaal en je toehoorders. De aankomst in een herberg en de ontmoeting met een Duitser met wie ik soep eet, vormen op zich nog geen verhaal. Dat wordt het pas, als ik me opnieuw realiseer wat het me deed , toen Manfred me vertelde over zijn verdriet over het ontslag en hoe hij het roer dapper omgooit. Ik voel mijn bewondering voor zijn lef. Het ontroert me. Dan pas zullen toehoorders er iets van zichzelf in herkennen. Zij zullen beelden zien en herinneringen hebben aan hun eigen reis, aan eigen levensthema’s en emoties onderweg.  Zo maken mensen de verbinding  met zichzelf, met anderen en de weg.  Verhalen verbinden de binnenwereld met de buitenwereld.

Wie pelgrimeert komt met een rugzak vol verhalen thuis.

Weg naar de verte


De  Oproep

‘Ik sta in de kleine reisboekhandel, pak bij toeval een boekje over een pelgrimspad naar de verte en weet in een flits dat ik deze weg zal gaan. Met het boekje in de hand loop ik naar buiten, me realiserend dat het nogal wat betekent, dat waar ik zojuist toe opgeroepen ben.’

Zo begint mijn reisverhaal, met een oproep om de tocht te gaan maken. Zo beginnen verhalen vaak: De held krijgt een oproep, gaat op reis, maakt bondgenoten, verslaat draken en bereikt zijn doel/zijn thuis. Zo ging dat bij Homerus al, in veel sprookjes en mythen, in reisverhalen, romans en in pelgrimsverhalen. Er is geen heldentocht zonder dat er een oproep is geweest. Parcival wordt door zijn moeder Herzeloyde op een veilige afgelegen plek grootgebracht, uit angst dat hij ridder zal worden. Hij leeft in volkomen onschuld. Op een dag komen vijf ridders in prachtige uitdossing op hun paarden voorbij. Parcival is zeer onder de indruk, rent naar zijn moeder. Die weet direct, dat haar grootste angst waarheid wordt. Niets zal hem kunnen weerhouden om als ridder de reis van de held te gaan maken. In verhalen van pelgrims hoor je vaak, dat er een oproep van buiten komt die appelleert aan een diep verlangen van binnen. Het leven ging lange tijd zijn gangetje en dan is er een crisis in je persoonlijk leven, ziekte, ontslag, burn-out. Of er komt een volgende levensfase aan, pensioen of einde van de studietijd. Op zo’n moment staan mensen meer open voor een oproep. Je ziet  een programma over een pelgrimsweg,  je hoort een verhaal of herinnert je een gesprek en je weet ineens heel zeker: die tocht ga ik maken. De oproep van buiten raakt aan een verlangen van binnen. Je kunt  de stem negeren en overgaan tot de orde van de dag of … je kunt op reis gaan.

‘Terwijl ik de boekhandel uitloop, zijn er honderd redenen om  het boekje weer weg te leggen en de impuls te vergeten. Toch weet ik zeker, dat dit serieus is. Ik zit in een fase van kinderen net de deur uit, in werk te rustig vaarwater, op zoek naar nieuwe zin. Ik weet zeker, dat als ik deze oproep negeer, dit uiteindelijk ten koste van mijn ziel zal gaan. Ik drink een koffie in een zaakje naast de boekhandel en ben  al routes aan het bekijken; er is al geen weg terug meer.’

De oproep en dan ja zeggen. Dag Hammerskjöld, secretaris-generaal van de VN verwoordde het ooit zo: Ik weet niet wie - of wat - de vraag stelde. Ik weet niet wanneer zij gesteld werd. Ik herinner me niet dat ik antwoordde. Maar eens zei ik ja tegen iemand - of iets … Vanaf dat moment heb ik geweten wat het wil zeggen, ‘niet om te zien, ‘zich niet te bekommeren om de dag van morgen’. Dan begint de voorbereiding voor de reis en maak je je gereed voor het onbekende, vol vertrouwen.

Kader:

Wandel je wijk:

Maak een wandeling door een park of bos in je buurt en neem een vraag mee voor onderweg:

- Wat was voor jou een oproep om op reis te gaan?

- Aan welk verlangen appelleerde de oproep?

- Wat maakte dat je er op dat moment open voor stond?

-Welke hindernissen heb je nog (of had je toen) om de tocht te aanvaarden?

-Als je ooit al aankwam, is er al ruimte voor een nieuwe oproep.