donderdag 20 november 2014

Werken met verhalen in groepen


 

Verhalen verbinden mensen met elkaar en hoe je werkt met verhalen en verhalen vertelt kun je leren.  Op 14 februari 2015 geef ik samen met Cocky Fortuin- van der Spek een dag over het werken met verhalen in groepen in Amersfoort. Dit is een praktische en inspirerende training voor mensen die met groepen werken. Je maakt kennis met een grote variatie aan werkvormen om met persoonlijke, fictieve en overgeleverde verhalen te werken. Daarbij maak je kennis met allerlei werkvormen om niet alleen voor een groep een verhaal te vertellen maar ook verhalen te delen met elkaar. In het boek Verhalen Verbinden, dat Cocky Fortuin van der Spek, Bas van den Berg en ik schreven voor het onderwijs, staat het verhaal De Duintop met eronder suggesties hoe je het verhaal in een klas kunt gebruiken, bijvoorbeeld als het thema afscheid in een groep of klas speelt. Zo kan je ook met groepen volwassenen verhalen met elkaar uitwisselen. Verhalen verbinden mensen. Verhalen rond afscheid bijvoorbeeld. Ik schreef het ooit toen ik vertrok bij mijn school in Katwijk aan Zee.

De duintop

 

Ze staat op haar duintop en kijkt uit over zee. Ze ziet in de verte een groot schip en hoort het vertrouwde geluid van de golven. Boven haar hoofd krijsende zeemeeuwen. Hoe vaak heeft ze hier niet gestaan, de afgelopen jaren.

Meestal gaat ze direct uit school op haar fiets hiernaartoe. Niemand weet het. Haar vriendinnen denken dat ze thuis is; thuis denken ze dat ze met een vriendin is meegegaan. Het is ruim een kwartier fietsen, als ze stevig doorrijdt. Ze heeft hier in de winter gestaan, wanneer de grond op het duin hard bevroren was en de oostenwind over de brede zandvlakte raasde. Dat vindt ze het allermooiste: een meisje van veertien jaar dat de storm trotseert en een kracht in zich voelt die niemand in haar vermoedt. Maar ook in de zomer heeft ze hier gestaan. Als de badgasten het strand verlieten en zij 's avonds de zandvlakte weer voor zich alleen had.

Ze houdt van de zonsondergang, die als een brede rode band van licht over het water valt en precies recht voor haar duintop het strand bereikt. In de herfst probeert ze soms boven het geluid van de storm uit te roepen. Lekker is dat, zo heel hard brullen. Vooral als ze kwaad is. Andere keren, als het vrijwel windstil is, lijkt de zee bijna vlak met een hele korte en rustige branding. Op zo'n dag heeft ze een keer een zeehond gezien, die zijn kop boven water uitstak en naar haar keek. Ze was die keer heel verdrietig en weet nog hoe blij de zeehond haar maakte.

Het is haar plek, haar duintop, waar bijna nooit iemand anders is geweest. Die plek gaat ze nu verlaten. Haar ouders hebben werk gekregen in een ander deel van het land. En als ouders nieuwe banen nemen, verhuizen kinderen mee. Ook al hebben ze daar helemaal geen zin in. Niemand heeft haar iets gevraagd. Niemand weet wat het allerergste van de verhuizing voor haar is: dat ze haar duintop en de zee moet achterlaten. Natuurlijk is het niet leuk om afscheid te nemen van haar vriendinnen. De school, waar ze het meestal naar haar zin heeft gehad, zal ze ook missen. Dat afscheid heeft ze gisteren gevierd met een leuk feest en gebak.

Dan hoort ze iemand roepen in de verte. Links beneden op het strand, in de buurt van de strandpaal, ziet ze een gebogen gestalte die naar haar wenkt. Ze schrikt ervan. In dit jaargetijde komt hier tegen de avond nooit iemand. Dan herkent ze de oude vrouw die in een huisje vlak achter de duinen woont. In het dorp worden allemaal vreemde verhalen over haar verteld. Lang geleden zijn haar man en zoon bij een ongeluk met een schip omgekomen. De mensen zeggen dat ze niet helemaal goed is. Het geroep maakt haar bang. Maar een oude vrouw in nood kan je toch moeilijk laten roepen. Het meisje rent het duin af in de richting van de gebogen gestalte. Dichtbij gekomen ziet ze hoe de oude vrouw een zeemeeuw in haar armen heeft. Het is een grote grijze vogel die onder het teer zit en zich nauwelijks meer kan bewegen door de troep aan zijn vleugels.

De vrouw wijst naar een mandje dat bij haar voeten staat. Daarin zitten poetsdoeken en een flesje benzine. Even later zijn de vrouw en het meisje zonder iets te zeggen druk bezig om de meeuw schoon te maken. Het is niet eenvoudig om de zwarte troep los te krijgen, maar langzaam maar zeker vorderen ze. Na bijna een uur klappert de vogel met zijn vleugels en fladdert omhoog. Na een korte aarzeling slaat hij zijn vleugels echt uit en vliegt. Hij cirkelt een rondje boven de vrouwen en verdwijnt dan in de richting van het noorden. De oude vrouw mompelt: ‘Zo is het goed. Vogels moeten hun vleugels uitslaan en vliegen.’

Ze vertelt het meisje vervolgens over haar leven. Over al die keren dat ze afscheid heeft moeten nemen van huizen, van plekken. ‘En elke keer als ik afscheid neem’, zegt ze, ‘ga ik rijker verder. Want ik draag de herinnering aan al die plekken en huizen en mensen in mij mee.’ Het meisje is al haar angst voor de vrouw vergeten. Ze luistert naar de verhalen van heel vroeger, verhalen over ontmoetingen en afscheid, over dood en leven. Pas als het bijna donker is, gaat het meisje terug naar haar duintop. Voor ze haar fiets pakt om terug naar huis te gaan, kijkt ze nog een keer over de zee. Het schip is achter de horizon verdwenen. Links in de verte ziet ze op het strand de oude vrouw. Boven haar hoofd krijsen zeemeeuwen. Ze kijkt of haar meeuw erbij is. Ze weet dat - als ze morgen het dorp verlaat en op weg gaat naar haar nieuwe woonplaats - ze deze plek met zich mee zal nemen. Als ze bang is voor al het nieuwe, de eerste weken op de nieuwe school en in het nieuwe huis, zal ze denken aan de duintop. Die gedachte zal haar de kracht geven om nieuwe vrienden te maken. Het zal haar zelfvertrouwen geven om al die nieuwe dingen te doen, die haar nu nog heel eng lijken. Ze pakt haar fiets en rijdt, voor de laatste keer, over het duinpad naar huis.

 

In een schoolklas zou je met dit verhaal als volgt kunnen werken ( uit Verhalen verbinden):

 

·         Stel je voor, dat het meisje uit het verhaal ‘De duintop’ vijf jaar later terugkeert naar deze plek. Hoe kijkt ze nu terug op de bijzondere dag uit het verhaal? Hoe is de herinnering van die dag met haar meegegaan? Laat dit in stilte voorbereiden. Vraag de leerlingen drie tekeningen te maken (story-board) en laat ze het verhaal van deze tekeningen delen met elkaar.

·         Laat uitwisselen wat belangrijk is om goed afscheid te kunnen nemen van een persoon of van een plek. Wat is er bijvoorbeeld goed om te doen als je ergens weggaat? Wat is goed om te doen bij een begrafenis? Geef de leerlingen de opdracht een collage te maken over dit onderwerp.

·         Laat leerlingen vertellen over een verhuizing die ze hebben meegemaakt. Wat zien ze voor zich als ze daaraan terugdenken? Hoe zag het oude huis eruit? Welk moment van de verhuizing is ze bijgebleven?

·         Vraag leerlingen het verhaal (of een fragment daaruit) te vertellen vanuit een ander perspectief, bijvoorbeeld dat van de oude vrouw of de meeuw.

 

Met volwassenen zou je dat weer anders doen.

 

Op 14 februari een hele dag rond verhalen en hoe je die in groepen kunt delen in Amersfoort. Kosten 70 euro.

Interesse? Laat weten via avdharst@verhalenonderweg.nl

en je krijgt meer informatie.

 

Verhalen verbinden!

 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten